“Ik heb genoeg gezien, nu weet ik het zeker….”
“Wilma, kun je komen? M. is weg”. M. is de jongste dochter van een dierbare vriendin. Ik tref een totaal ontredderd gezin aan. Slopende uren tussen hoop en wanhoop volgen elkaar op. Laat op de avond komt de politie met het afschuwelijke bericht dat M. is geïdentificeerd en wordt overgebracht naar een mortuarium. Afscheid nemen is alleen mogelijk bij een gesloten kist, wordt ons gezegd. De volgende ochtend regel ik dat M. naar huis komt en haar ouders blijven dag én nacht bij haar. Een vingerafdruk en een lok van haar prachtige haren zijn op dat moment het enige tastbare bewijs van M.
Enkele jaren later, tijdens één van onze diepgaande gesprekken, geeft mijn vriendin aan dat ze eigenlijk nog steeds niet kan bevatten dat M. écht is overleden. Ze had haar nog zo graag willen zien, maar begrijpt ook wel dat dit niet mogelijk was. Maar zolang ze zelf niet heeft gezien dat M. is overleden, kan ze haar dood niet accepteren, kan ze niet verder. En dan komt het advies van een ‘deskundige’:
Vraag de politie naar foto’s die getoond kunnen worden. En juist de politieagenten, die de bewuste avond aanwezig waren, zorgen voor deze zgn. ‘fotoschouw’. Op haar verzoek vergezel ik mijn vriendin als zij de foto’s gaat bekijken. Ze wordt goed voorbereid en stap voor stap meegenomen door de foto’s. Foto’s van een tattoo, van een moedervlek, van een litteken leiden tot een diepe zucht. ‘Ik heb genoeg gezien, nu weet ik het zeker, dit is M.’, zegt mijn vriendin.
Of je wel of geen afscheid wilt nemen van een overledene is en blijft uiteraard een persoonlijke keuze. Maar weet dat afscheid nemen altijd mogelijk is en erg belangrijk kan zijn voor een goed rouwproces.
De familie van M. heeft haar toestemming gegeven dit verhaal te publiceren.