Oma, hoe komen die overleden mensen daar dan?
Luus, onze vijfjarige kleindochter, vraagt regelmatig wat ik voor werk doe. Ik vertel haar dat ik voor mensen zorg die zijn overleden. Dit roept bij Luus weer nieuwe vragen op. Zoals: Waar gaan zij dan naar toe en hoe komen zij daar dan? Laatst vroeg ze of dat dit dan met een helikopter gaat.
Het is gebleken dat, de meeste, kinderen al op jonge leeftijd behoefte hebben aan een eerlijk en oprecht antwoord. Natuurlijk zal het antwoord moeten passen bij de leeftijd van het kind. Ook blijft het de keuze van elke ouder/naaste of en hoe het kind op de hoogte wordt gebracht.
Mijn ervaring is dat kinderen zich meer betrokken gaan voelen bij een afscheid wanneer zij taken krijgen bij de voorbereidingen van en tijdens het afscheid. Ook het rouwproces verloopt dan vaak beter. Dwang is natuurlijk ongewenst.
Kinderen krijgen bij mij een rol vóór en tijdens de afscheidsdienst. Er is veel mogelijk. Denk hierbij aan: de kist beschilderen, een kaarsje aansteken, een gedichtje voorlezen, bellenblazen. Wel adviseer ik dat er een bekende van de kinderen op de achtergrond aanwezig is. Dit om de kinderen op te vangen als het echt niet meer gaat.
Ook vind ik het belangrijk dat, na het afscheid, de naam van de overledene regelmatig terug komt tijdens gesprekken. En dat op bepaalde momenten, zoals een verjaardag, de overledene herdacht wordt. Dat spullen of herinneringen niet weggestopt worden. (‘Je bent pas dood, als je bent vergeten’). Let op de signalen van kinderen en geef ze aandacht op het moment dat hij/zij het nodig heeft; ook als het even niet gelegen komt. Het is belangrijk dat een kind zich, in en buiten het gezin, kan uiten.
Niet wat je zegt, maar hoe je het zegt en wat je doet. Dat geeft kinderen meer vertrouwen en troost. Op die manier leren kinderen van verdriet, troosten en getroost worden. Zij leren dat de dood bij het leven hoort.